SPELREGELS

VOORGESCHIEDENIS
Badminton bestaat al heel lang. Aangenomen wordt dat India de bakermat is van het badminton.Daar werd de sport Poona gespeeld, een spel dat op badminton leek. Engelse officieren introduceerden de sport, waar ze in India mee kennis hadden gemaakt, in Engeland. Omstreeks 1873 werd het spel intensief beoefend op een Engels landgoed dat BADMINTON heette. Men denkt dat de naam van het landgoed is overgegaan op het spel.
Jij bent beslist niet de enige die geïnteresseerd is in deze Olympische sport. In Nederland spelen op dit moment ongeveer 55.000 mensen badminton bij verenigingen die aangesloten zijn bij de Badminton Nederland.

WAT HEB JE NODIG?
Om te kunnen badmintonnen heb je het volgende materiaal nodig:
– Racket: Ten eerste is er natuurlijk een badmintonracket nodig. Laat je adviseren door een van de trainers of ervaren spelers wat betreft bespanning, gripdikte, prijs en merk. Onze sponsor Telstar verkoopt ook badmintonrackets.
– Sportkleren: Om te kunnen badmintonnen heb je eigenlijk alleen een trainingspak nodig met daaronder een T-shirt/polo en een short/rokje. Schoenen dienen licht en veerkrachtig te zijn met goede steun en een goed, lichtgekleurd profiel.
– Shuttles: Tenslotte is er een shuttle nodig. Er zijn nylon shuttles voor recreanten en de onderste competitieteams en veren shuttles voor de competitieteams vanaf de eerste klasse. B.C. IJsselstad heeft shuttles die je kunt gebruiken.

SPEELVELD
Het speelveld voor badminton ziet er zo uit:
badminton-speelveld-01
Het veld is 13,40 meter lang en 6,10 meter breed. Het net moet bij de palen 155 cm hoog zijn.Hierbij is links in grijs aangegeven het speelveld bij een dubbelspel waarbij het donkergrijze gedeelte (“kort en breed”) een serveervak markeert. Rechts geeft in grijs het veld bij een enkelspel aan waarbij donkergrijs eveneens een serveervak (“lang en smal”) markeert.

SPELSOORTEN
Badminton kent vijf spelsoorten:
– mannenenkelspel (ME)
– vrouwenenkelspel (VE)
– mannendubbelspel (MD)
– vrouwendubbelspel (VD)
– gemengddubbelspel (GD)

HET BEGIN VAN DE WEDSTRIJD: DE TOSS
Voordat een spel begint is er een loting (toss). Wie deze toss wint mag een keuze maken uit de volgende mogelijkheden:
– eerst serveren of eerst de service ontvangen, of:
– het spel beginnen aan de ene kant dan wel aan de andere kant.
De tegenpartij kiest uit de overgebleven mogelijkheden. Dus indien bijvoorbeeld de winnaar van de toss er voor kiest om eerst te serveren, dan is de verliezer van de toss de eerste ontvanger en kiest deze dus de kant van het veld waarop hij/zij begint.

DE SERVICE
Een service is goed als:
– deze onderhands geslagen wordt, d.w.z. racketblad en –steel moeten naar beneden wijzen als je de shuttle raakt en de shuttle moet op het moment van raken onder je middel zijn;
– deze diagonaal in het juiste speelvak wordt gespeeld;
– de serveerder niet op of tegen de lijnen staat;
– de serveerder met beide voeten op de grond staat.
Bij de stand 0-0 en alle even punten, wordt geserveerd vanuit het rechter serveervak. Bij alle oneven punten wordt geserveerd vanuit het linker serveervak.
Service enkelspel:
– Iedere speler heeft één servicebeurt.
– In één servicebeurt kunnen nul, één of meer punten gescoord worden.
– Als je een fout maakt, gaat de service naar de tegenstander en deze krijgt een punt.
Service dubbelspel:
– Ieder team heeft een servicebeurt.
– In één servicebeurt kunnen nul, één of meer punten gescoord worden door dezelfde speler.
– Er wordt alleen van serveervak gewisseld als je zelf (of je partner) een punt maakt.
– Als je een fout maakt, gaat de service naar de tegenstander en deze krijgt een punt.

TELLING
Er wordt gespeeld op basis van het rally-point systeem (elke punt is ook echt een punt). De wedstrijd gaat om 2 gewonnen games tot 21 punten. Er moet worden gewonnen met een verschil van 2 punten tot een maximum van 30. Dus wie als eerste de 30 bereikt heeft de game gewonnen.
Je scoort een punt als:
– als je de shuttle in het speelveld van de tegenstander op de grond slaat;
– als de tegenstander de shuttle in het net, onder het net, tegen het plafond of zijmuren of buiten jouw
speelveld slaat;
– als de tegenstander de shuttle slaat voordat deze over het net is;
– als de tegenstander de shuttle tweemaal achter elkaar raakt.
Je krijgt een punt tegen als :
– als de shuttle binnen je speelveld op de grond valt;
– als de shuttle tijdens de service, buiten het juiste serveervak van je tegenstander valt;
– als je in het net slaat;
– als je de shuttle tweemaal achter elkaar raakt.

LET
Een let betekent dat de rally opnieuw moet worden gespeeld als gevolg van een onvoorziene gebeurtenis (bijvoorbeeld als de shuttle van anderen in jouw veld valt).

OFFICIËLE SPELREGELS
Op de website van Badminton Nederland vind je de uitgebreide officiële spelregels.